Stapje voor stapje
Ik ben alweer ruim een maand thuis. Heerlijk hoor, maar ook een beetje zoeken. De eerste 2 weken was mijn hoofd nog wel veel in Moskou. Ik kijk mooi terug op een intense periode en zonder nog te weten wat het mij precies zal brengen, kan ik zeggen dat het mij sowieso veel heeft gebracht. De grootste winst is in ieder geval de liefde van iedereen. Voorafgaand, tijdens en ook nu ik terug ben word ik niet aan mijn lot overgelaten en krijg ik (maar volgens mij de mensen om mij heen ook) veelal de vraag hoe het nu met mij gaat.
Tijd voor een up-dateetje!
Hoe gaat het nu? Ik denk dat ‘best oké’ de beste samenvatting is. Ik had graag gezegd dat er weer functies actief zijn die ik lang niet heb gebruikt, maar dan zou ik liegen. Had ik ook niet verwacht, maar wel stiekem gehoopt dat herstellen sneller ging. Geduld hebben, Ik weet het… Maar ik voel me goed; de eerste 2 weken wel erg moe, dat wel. Maar wel zodanig prima dat ik elk weekend wel lekker naar buiten ben geweest, gelijk het eerste weekend zelfs. Goed inpakt is een frisse neus voor iedereen een goed idee. Heerlijk! Dat wij het 2e weekend op het strand in het zonnetje aan een appelgebakje zaten, moest ik zo sterk denken aan mijn dagen in isolatie amper 3 weken ervoor. Wat een wereld van verschil! Daar op het strand voelde ik mij zo vrij! De zon in mijn gezicht, Erik naast me, Alain aan het spelen met zijn neef die mee was. Én aan de appeltaart…! Ik ben veel met voeding bezig, ook vóór Moskou en in quarantaine is voeding cruciaal. Tenminste, voeding mag in die periode juist weer niet te vers zijn of eigenlijk niet rauw. Ik heb daarnaast alles vermeden waarvan ik weet dat het sowieso niet goed voor je is zoals “voeding” met toegevoegde suiker. Omdat dat niet zou helpen nam ik het niet. Maar hoe helpend is appeltaart op een zonnig terras voor de gemoedstoestand?! Ik pleit ook voor chocola in een bepaalde periode in de maand of eigenlijk wanneer je lichaam er om roept. Ik heb wel periodes gehad dat mijn lichaam iets te vaak begon te roepen om suiker in het verleden, maar dat noemen ze verslaving geloof ik. Ik ben voor als je er op welke manier dan ook wat aan hebt. En ik heb genoten hoor van mijn appeltaartje!
De rest van de week zit ik veel binnen. Zo af en toe komt er een vriendin langs en familie sowieso, maar mijn dagen zijn met name gevuld met herstellen (lees; 3x in de week fysio, bewegen/voetmassage van vaders, eten, drinken, weer eten en als het even kan ontspannen/slapen). Mijn fysieke toestand is nog niet zodanig goed dat ik mezelf alleen red, dus heb ik doordeweeks hulp in huis. De eerste week was ik nog super zwak en kon ik weer een ervaring van mijn gênante-momentjeslijst afstrepen. Ik heb hier een soort takelwagen staan om mij eventueel mee te vervoeren als het allemaal even te spannend wordt. Er kwam zo’n moment… Op eigen krachten en die van mijn hulp ging het even niet lukken om mij in de rolstoel te krijgen, dus werd er een netje om mij heen gespannen en deed de tillift verder het werk. Als ‘The Catch of the Day’ werd ik in de rolstoel getakeld. Ik kon wel janken en dacht alleen maar ‘Kunnen de gordijnen dicht??’. Dus ik dacht ik deel het even… 😉 Vreselijk natuurlijk, maar zo maak in mijn kleine wereld wel weer nieuwe dingen mee en is mijn antwoord op de vraag ‘Hoe was je dag?’ nog enigszins boeiend. Zo kreeg ik het ook voor elkaar om zodanig te ver op het puntje van de rolstoel te zitten en mijn benen met weinig succes tot buigen kwamen, waardoor ik met souplesse op de grond strandde. Dat was dan even de enige mogelijkheid die ik had. In ieder geval de veiligste. Ik mag dan wel veel afgevallen zijn, maar in je eentje kost het bij de meesten hun rug om mij overeind te krijgen… om het vervolgens nog niet voor elkaar te krijgen. ‘Geen paniek, mijn beste vriendin woont naast me en is thuis volgens mij, sleep me maar naar mijn bedbank en dan jonassen jullie mij er zo in’. Twee dagen later was het weer raak. En jahoor, daar kwam mijn lieve buufie weer om de hoek; ‘Hoi Do, daar lig ik weer’ Hoppeta, 3 tellen later lag ik weer op mijn bedje en hoefde er niet meer gezogen worden. Hans Teeuwen zou zeggen ‘Dat dan weer wel’.
Daarover gesproken, huishoudelijke handelingen werden ook uit handen genomen. Super natuurlijk omdat het nodig is, maar afhankelijk zijn is iets waar ik nooit een prijs mee ga winnen. Niemand denk ik. Jeetje, wat ben ik daar slecht in. Ik weet van gekkigheid soms niet hoe ik dingen moet vragen. De boel opsommen als iemand op de juiste plek staat of met een pauze ertussen? Erik heeft het liever opgesomd, maar anderen zeggen weer ‘ik kan niet alles tegelijk’. Ik word dus bijvoorbeeld ook gewoon nerveus als iemand de kraan te lang open heeft staan dan nodig, ben ik achter gekomen. Ik blijk een langere gebruiksaanwijzing te hebben dan ik dacht en heb nogal “mijn maniertjes”. Je bent tot op zekere hoogte de controle kwijt. Ik ben geen control freak, echt niet, maar met het koppie is niets mis en ik heb gewoon een mening over welke kussens er op welke bank het leukst staan (niet dat ik daar over begin, maar mijn handen jeuken om het huis even naar mijn zin te krijgen). Als het schemert doe ik graag de gordijnen dicht en kaarsjes aan, nog zo’n onbelangrijk voorbeeld wat ik amper wil vragen. Het is dat ik de boodschappenlijstjes maak, maar hoe de koelkast er precies van de binnenkant uitziet deze weken…? In het ziekenhuis ben je te gast. Mijn schoonvader vergeleek het altijd met een hotel. Zonder te grappen had hij het vaak over obers i.p.v. verplegers. Heerlijk die positiviteit! Je laat je verzorgen, het is dan wat het is, maar in eigen huis wil ik het liefst alles zelf doen.
Het doet mij erg denken aan de kraamtijd, maar dan zonder een stap te kunnen zetten. Tot dag 8; mijn eerste stapjes in mijn nieuwe leven! 3 meter welgeteld. De dag erop 6 meter en weer een dag later stond ik 10 minuten op mijn benen! Yes, als het in dit tempo doorgaat…! Helaas niet. De 3 weken die volgde heb ik bijna elke dag wel wat pasjes gezet weer, maar geen 10 minuten zoals die ene dag. Gek genoeg werd door het oefenen de spierkracht wel meer, maar het lopen bleef nog een beetje uit. Tot vorige week! Terwijl ik er fysiek nog niet klaar voor was heb ik de hulp stopgezet 2 geleden weken. Ik vond het te vermoeiend de hele dag iemand om mij heen. Gezellig was het wel en praktisch sowieso, maar mijn mond houden terwijl ik niet alleen ben is niet mijn sterkste kant en die van mijn hulp al evenmin, dus dat vond ik vermoeiend. Hoe gezellig en interessant Alain het ook vond (hij begon zelfs te vragen; ‘Welke meid komt er morgen?’) onrustig is het ook voor hem. In de laatste week zat ik met mijn dagelijkse hulp waar ik afscheid van ging nemen en 2 dames van de Thuiszorg instantie die mij 3 korte momenten op de dag gaan helpen rond de tafel, toen onze schoonmaaktopper Judith (nog zo’n heldin!) binnenkwam: het was een huis vol hulpverleners. Nog voordat Judith weg was, was de fysio al binnen. Ik wilde het naast de huisarts wel bij de laatste 2 houden. Maar of ik genoeg aan de 3 korte zorgmomenten genoeg zou hebben moest nog blijken. En zowaar lukt mij veel meer! Zo blij mee! Ik heb zelfs weer spierpijn, yeah!Ik ben nog niet op mijn niveau als voor Moskou (was ook niet best, maar ik redde het met nog net zelfstandig), maar het geeft de burger weer moed.
Onze familie is er wederom voor ons, meer dan ooit en dat is zo fijn, want het helpt zo in mijn herstel. Sterker nog, dankzij hun kan ik zonder continue hulp om mij heen en zij vliegen af en toe in voor mij of voor Alain. Ik heb weer momentjes voor mezelf waarin ik bijvoorbeeld dit kan schrijven, de inkoop- dan wel rijmpiet kan uithangen, mijn haren op mijn hoofd tellen of een beetje de boel overdenken… Wat waren The Golden Rules van dr. Federenko ook alweer?
‘Good food, good mood, active lifestyle and lots of love…’
Koppie erbij Lau! Laat maar komen die donkere dagen voor Kerst!