Corona, Krullen & Geluk
Krullen! Ik heb krullen! In 7 maanden tijd ga ik van lang blond stijl haar, een pony niet te vergeten, kaal, wederom lang stijl blond in het weekend naar een kort donker koppie krullen. Oja, en ergens in die tussentijd had ik nog wat donkerblonde en grijze windveren, maar die hield ik liever onder mijn muts. Krullen dus…!
In al mijn vrijheid merk ik dat ik wederom mijn nieuwe suffe hobby weer heb opgepakt sinds de winter. Het ontstond spontaan. In de winter ben ik mijn mutsencollectie op de foto gaan zetten uit verveling. Nu ben ik totaal gefascineerd van die krullen op mijn hoofd. Ik kan niet stoppen er selfies van te maken. Van alle kanten moeten ze erop en volgende week weer, want dan zijn ze weer iets langer. Ik vind het fascinerend dat het op míjn hoofd groeit!
Mijn okselhaar kwam ook voor de 2e keer ineens niet meer terug. Supergunstig natuurlijk in dit zonnige voorjaar! ☀️? Het geeft ook aan dat die chemo nog steeds zijn uitwerking heeft. Voor iemand die een aantal weken geen gedoe wilt met ladyshaven, ook krullen wilt en 10 kilo (niet overdreven) wilt afvallen in nauwelijks 3 weken, kan ik je zeggen dat een stamceltransplantatie met de bijbehorende chemokuur een uitkomst kan bieden. Toch ben ik erg blij dat de kilo’s er weer aanzitten. Verder vind ik mijn nieuwe coupe ook een leuke nieuwe ervaring. Ik heb geen excuus meer dat ik niet naar de kapper kan, dus kom er maar openlijk voor uit dat ik het verdomd makkelijk vind en gewoon niet zo goed weet wat ik er mee moet. Ik had nooit dun haar, maar met zo’n kort koppie wordt het als je het s’morgens niet nat maakt extra benadrukt dat er flink wat teruggekomen is. Het moet wel eerst nat en wat in. Voel me soms net Erik zonder gel als het goedje in je haar is uitgewerkt. Of onze voormalige koningin, maar dan ff jonger met sproeten en een rollator.
Die rollator is helaas niet weg te denken uit huis en is absoluut heiliger dan bijvoorbeeld mijn telefoon. Ik moet ‘m niet kwijt zijn zeg maar, anders heb ik een probleem. Ik paradeer dus weer ouderwets het huis in de rondte. Toch had ik heel stiekem gehoopt dat ik misschien weer makkelijker met een stok kon lopen, want dat zou mij buitenhuis ook flexibeler maken. Helaas kom ik bij menig tuinbezoekje nog altijd ‘ass first’ binnen. Die moet ik misschien even uitleggen… Een aantal weken geleden ging ik met Alain op pad, vlak voordat het Corona-virus NL had bereikt, even lunchen bij Wier&Ga met mijn zus en de kids. Helemaal zin in, maanden niet gedaan… eenmaal ready to go; accu voor de helft leeg… Ja jeetje! Ik was gevoelsmatig maanden niet van stal geweest, die scootmobiel had 3 jaar voort gekund als ik ‘m al die tijd in de oplader had gelaten (dit is natuurlijk niet waar, dat snap ik ook wel, maar zo voelde het). Hoe krijg ik het dan weer voor elkaar om met een halve accu op stap te gaan? Het weerhield mij niet van mijn voornemen, dus we zijn gewoon die kant opgegaan en zagen wel hoe ver we kwamen. Heerlijk geluncht, Liset ging alvast vooruit en je voelt ‘m aankomen… met het windje mee had het gelukt, maar we hadden de wind tegen. Alain en ik stonden midden op het fietspad op de Zeeweg stil. Ik weet niet of je de dagen begin maart kunt herinneren? Het waaide… en op de Zeeweg sta je niet beschut. We werden vrij snel geholpen door 2 buurvrouwen van vroeger die ons passeerden en zo zaten we in een half uurtje weer warmpjes binnen met weer een kleine belevenis op zak. De scootmobiel werd opgehaald ter reparatie door de firma waar ie vandaan komt en die is nu failliet. Ik heb gelukkig een lener gekregen, dus ik kom ermee ‘uit de voeten’. Maar, om op mijn ‘ass first’ verhaal terug te komen, deze lener heeft geen voorziening om mijn rollator mee achterop te nemen, waardoor ik bij een ander geen rollator heb. Ik blijf dus zitten op mijn scootmobiel, of als ik samen met Erik kom tilt hij mij op en kom ik altijd met mijn kont eerst de gezelligheid in. Ik probeer dan een beetje ongemakkelijk contact te zoeken over Eriks schouder en zeg met mijn rug naar de mensen toe dan gedag, maar ze moeten het dan toch echt de eerste secondes met mijn kont doen. Een extra stimulans om inmiddels een beetje op de extra kilo’s te letten…
Maar buiten dit… wat een gekke tijden. Wat gebeurt er de afgelopen weken veel en tegelijkertijd zo weinig! Ons favo-koffie/lunchtentje Wier&Ga heeft direct na het sluiten van de horeca noodgewongen moeten besluiten haar deuren voorgoed te sluiten. De toon is gezet. Zo erg voor hen, zo jammer voor ons, maar buiten de deur een drankje drinken zat er deze weken sowieso niet in. Ik durf amper af te spreken in de achtertuin met een vriendin. Het is ook niet helemaal de bedoeling, maar als we 1,5 meter aanhouden moet het wel kunnen toch? Wij kunnen dat prima naleven, maar ja die kids hè? Het zat me de eerste weken niet helemaal lekker als Alain met kindjes zou spelen. In principe zijn wij de generatie die het ‘zouden moeten kunnen hebben’, maar aangezien ik ook bloemen kreeg van Ali B werd mij bevestigd dat ik helaas nog steeds tot de kwetsbare groep behoor en wil ik met mijn nog altijd lage bloedwaarden (na Heliomare nog gecheckt) geen risico lopen. Voordat onderzoek uitwees dat kinderen, zo goed als zeker, zelden tot nooit de bron zijn, wilde ik geen via-via-via besmetting en beperkte wij ons tot een enkel buurtkindje.
Door Corona zijn we gedwongen weer in quarantaine te blijven. Nu met z’n drieen, maar gevoelsmatig samen met de rest van de wereld. Corona zorgt ervoor dat wij bepaalde dingen nu niet kunnen doen waar we zo’n zin in hadden. We hadden alles uitgesteld tot de lente ‘na Heliomare’. We vonden dat we een vakantie verdiend hadden. 2 weekjes naar de Spaanse zon, ons nachtje Utrecht met z’n tweeën, uit eten, heel veel dates hadden we bewaard voor de lente. Vriendenweekend met de kids op de camping met Pinkster. Andere tradities als 3 dagen stratenvoetbaltoernooi waar ik ooit zo van genoot en nu (al) leuk is voor Alain en sowieso voor Erik, gezellig even biertjes doen met vrienden. Ja we hadden er zo’n zin in, maar is het (voor ons) echt zo erg? Welnee! Kijk me zitten met m’n Nespresso in de ozo heerlijke lentezon in onze ozo fijne achtertuin waar Alain gelukkig nog lang niet is uitgekeken op de schommel. En gelukkig hebben we altijd nog de lieveheersbeestjes! Want wat is Alain al weken blij met ze…
Misschien tot lichte ergernis van andere hardwerkenden dan wel doodvervelende generatiegenoten ben ik één van die moeders die ook van deze periode geniet. Ik hoor dit gelukkig veel om mee heen. Ik heb ‘het geluk’ geen zorgen te hoeven maken over werk, dus genoten we de periode dat school dicht was van de vrijheid om samen spelletjes te spelen, op berenjacht te gaan, op lentespeurtocht, samen de keuken in, beetje creatief doen of eindelijk weer regelmatig kappertje spelen waarbij Alain ouderwets mijn haar mag doen. Het kan weer! En tja, papa is ook nog eens thuis aan het werk dus we lunchen elke dag gezellig samen. Het is een situatie waarin Alain (en ik ook) ons lol op kunnen. We hadden wat in te halen geloof ik…
Maar goed, deze kleuter kreeg ook wat opdrachtjes van school en in al mijn vrijheid kreeg ik ook een mooie uitdaging om ook een keer in de juffenrol te duiken. De eerste week dacht ik deze rol gelijk even uiterst serieus te nemen. Zonder amper te luisteren naar de uitleg van deze ‘juf’ ging hij aan de slag. Als bij Alain na 5 minuten de spanningsboog weg was en stond te dansen naast me kwam ie hoor… ‘Doe je dat op school ook?’ Waarna ik vrij snel op mijn plek werd gezet dat ik zijn mama ben en niet zijn juf. Brutaal… enigzins, maar er was sowieso geen woord aan gelogen en ik moet zeggen ik ben er ook duidelijk niet voor in de wieg ben gelegd. Die spanningsboog, waar ken ik dat van? Ineens moest ik even denken aan die gierende banden in Heliomare. Volgens mij hebben we hier nog een fan van de tactiek ‘oefening baart kunst’. Toch wel leuk om je kind op deze manier beter te leren kennen en je zo makkelijk een spiegel voorhoudt. We zijn vervolgens vrij snel overgegaan op ‘spelenderwijs leren’, waarbij de stippen van de lieveheersbeestjes natuurlijk ook prima mee te rekenen is en als ik Alain zie los gaan op ‘Summervibe’ telt dat ook voor een gymles. Je weet dat het met deze tactiek wel goed zit als je klop krijgt met Keezen.
Welnee, wij hebben echt geen recht van spreken. Sterker nog, voor mij persoonlijk verandert er niet zo heel veel. Zoals mijn stamcelsister Sarah ons zo treffend ‘professioneel thuiszitters’ noemt. Ik ga al een langer tijdje creatief om met het feit dat ik niet kan werken, sporten, niet veel te zoeken heb bij drukke feestjes, noem maar op. Ik zal niet ontkennen dat ik het daar ook regelmatig moeilijk mee heb gehad. Verschil is dat toen de wereld doorging. Strakjes zal de wereld weer langzaam open gaan. Ik hoop uiteraard met heel mijn hart dat het ons huisje overslaat en die van mijn ouders en de ouders van vrienden en eigenlijk niemand écht te pakken krijgt die ik ken. Oké, misschien mag het aankloppen bij 1 iemand die ik ken van TV. Hij woont gelukkig ver weg, oogt wat oranje, praat als een onnozel kind en rijmt op Prump. Verder zal ik geen namen noemen. Maar het is vreselijk wat hier gebeurd en je hebt echt dikke pech als het je innercircle betreft. Maar je zult nu toch in een ander land leven met een leider aan het roer die iets andere beslissingen maakt dan die van ons. Iedereen weet dat er zoveel gebeurd in de wereld. Zoveel verschillende werelden die niet met elkaar te vergelijken zijn. Maar ineens is daar Corona die echt geen verschil maakt tussen een Chinees een Amerikaan, Hollander, arm, rijk, IS-strijder of vluchteling. Het Corona-virus is grenzeloos en dat maakt onze belangen over de hele wereld ineens gelijk. Ergens vind ik dat wel mooi: Één wereld.
Het brengt mij even terug naar één van onze reizen. Zo groen als gras waren we dat ook wij over een levende markt liepen in het zuiden van China. Wij keken ons ogen uit. Tussen de verkoop van dieren stond er in een hoekje van de markt een stoel dat als tandartsstoel moest fungeren en waren wij voordat we het echt besefte live getuigen van iemands gebitsbehandeling. Een Chinees zwaaide vanaf zijn hurken vrolijk naar ons met een kuikentje. Zijn buurman opent een mandje en toont ons de slang die te koop is. Een oude dame spoedde zich haastig langs ons met in haar rieten boodschappentas 2 levende kippen. Vermoedelijk stond er thuis geen kippenhok te wachten op hun komst. Tot groot vermaak van de vliegen hingen de platgeslagen varkenskoppen boven de kraampjes alsof de was te drogen hing in iemands achtertuin. In een zijstraatje achter de markt zagen wij hoe bij het water een hondje werd geroosterd. Een bizar spektakel bij elkaar. Niet in China maar in Cambodja werden wij ook verleid onze tanden te zetten in vleermuizen. De verkoper deed nog een poging ons enthousiast te maken: ‘it’s not so bad, it tastes like rat!’. We hebben er nog zo om gelachen. In miljoenenstad Wuhan zijn wij 3 dagen op een boot gestapt met enkel Chinezen. Daar kunnen we ook een boek over schrijven. Wat ons, naast veel andere maffe fratsen, anders maakt van dit volk (zonder te proberen al te veel te oordelen) werden wij tot grote frustratie geconfronteerd met de hoeveelheid puinhoop dat deze toeristen in eigen land van de boot af lieten waaien. Dit was niet een beetje!! Tenenkrommend hoe zij massaal aan dek noodles zaten te eten terwijl zij genoten van het adembenemende uitzicht en na het verhaal van de Chinese gids naar binnen vlogen zonder hun troep op te ruimen waarna het direct over boord vloog. Wij verstonden geen woord van de gids met de megafoon en voelde dus ook geen einde van een verhaal aankomen, maar van het één op andere moment zaten wij nog met z’n tweetjes op het bovendek terwijl het uitzicht niet veranderd was ten opzichte van 5 seconde ervoor. Maar weg was iedereen en waren wij geneigd de troep van 60 Chinezen op te ruimen met z’n 2en, maar kregen de kans niet eens. 2 of 3x per dag vloog al het plastic van 60 noodles pakketten de beeldschone kloof in waar we voor kwamen. In die Wuhan moet het Corona-virus zijn begonnen. De verschillen zijn groot in dit land. In de grote steden wordt massaal plastic van boord gegooid, in de kleine dorpjes kennen ze geen kip in plastic. Toch is mijn hart nu niet persé bij de straatarme Chinezen. De kans is klein dat bij de arme bergvolkjes in China het Corona-virus komt, zij komen hun zandpaadje amper af. Ik denk de afgelopen tijd iets vaker aan de vluchtelingenkampen Zuidelijk van ons. Je zult toch de pech hebben dat je in een land geboren bent met een leider met idealen die voor onveilige situatie zorgt, waardoor je hebt moeten vluchten. Wat dat allemaal inhoudt kan ik mij weinig bij voorstellen. En dan komt er naast alle andere zorgen ook nog eens Corona de wereld binnengeslopen… Doodeng.
Ik heb een paar weken geleden heel impulsief het Rode Kruis gebeld in het kader van ‘alle beetjes helpen’ om even te informeren of het zin heeft om alle zeepjes, jerrycans of andere voorwerpen die in de ‘grote lenteschoonmaak van 2020’ gemist kunnen worden en in te zamelen om zuidelijk af te laten schepen. ‘Supergoed idee, maar…’ Zoals verwacht kunnen ontwikkelingsorganisaties veel meer met geld. Mijn vriendin Janine gebruikt vaak de uitdrukking ‘goed, beter, best’ voor haar werk als het op gezonde voeding aankomt. Ik hou van die uitdrukking en is overal op toepasbaar. Ik gebruik ‘m overal voor. Ik had deze reactie dus ook wel verwacht, maar ondanks de reclamespotjes voor goede doelen vaak echt bij mij binnenkomen, ben ik echt niet lid van ze allemaal. Ik ben het type ‘Ja, hiervoor ga ik zeker ook doneren! Eeuhm misschien toch strakjes, ik zit net lekker’ en dan komt het er niet van. Geld overmaken zou dus het allerbeste zijn, maar ik wilde toch even checken of zeep of andere goederen ook welkom zouden zijn. Een duidelijke ‘Nee’ durfde hij mij uit bescheidenheid denk ik niet te geven, maar ik heb hem niet onnodig lang aan de telefoon willen houden en aangeven te gaan voor ‘best’ en geld over te maken.
Tja, wat kunnen we? Iedereen doet zijn best. De één zet zijn/haar eigen gezondheid op het spel in een vitaal beroep, de doorwerkende ouders proberen alle ballen in de lucht te houden, velen worden creatief uitgedaagd om een financiële strop te voorkomen en een ander doet er voor iedereen het beste aan om zoveel mogelijk thuis te blijven. Nu de maatregelen een beetje versoepelen, voelt het bijna als een periode die we langzaam afsluiten, maar we moeten scherp blijven om een tweede golf te mijden. En dan die eeuwige vraag ‘Hoe lang nog?’. Op korte termijn iig niet met je vrienden aan de Corona in de polonaise… Hoewel…?
Erik was laatst jarig: ‘Lang leve ons digitale tijdperk’! Dit huisvrouwtje is wat Coronaatjes gaan rondbrengen om digitaal te proosten dat we weer een jaartje ouder worden. Wat een mazzel wederom dat wij in zo’n rijk en vrij land geboren zijn…! ?
PS. Dit verhaal is niet perse barmhartig (wow, mooi woord!) bedoeld, maar ben gewoon dol op relativeren. ?